blocks_image

Spat

Spat is artrose aan het spronggewricht. Het spronggewricht bestaat eigenlijk uit vier gewrichtjes, waarvan het bovenste gewricht voornamelijk voor de beweging zorgt. De andere gewrichtjes ook wel, maar in veel mindere mate. Als je van spat spreekt, is een van deze gewrichten (meestal een van de onderste) aangedaan. Artrose begint in het kraakbeen maar later raken ook andere delen van het gewricht betrokken, Zo kan er zich een proces uiten van botwoekering (waarbij extra bot gevormd wordt) en botverval (waarbij de hoeveelheid bot afneemt). Als er sprake is van botwoekering, is er in vaak een verdikking te zien aan de binnenkant of onderkant van het spronggewricht.



Spat komt voor in de achterbenen van een paard. Dit kan in een been maar ook in beide achterbenen. Het kan traumatisch zijn, maar ook erfelijk. De erfelijke gevoeligheid is erg ingewikkeld. De meest voorkomende oorzaken van traumatische spat zijn
-Herhaaldelijk licht letsel van het synoviaal membraam en de kraakbeenachtige delen van het gewricht (overbelasting). Dit kan ontstaan door zware trainingen, verkeerde of te zware bak of bijvoorbeeld een afwijkende stand van de hoeven of de benen.
-Verdraaiing of verstappen.

Symptomen

Vaak merk je dat een paard met spat op het begin met het rijden wat stijver beweegt en tijdens het rijden wat soepeler gaat bewegen. Dit wordt ‘startkreupelheid’ genoemd. Het aangetaste gewricht wordt door het bewegen soepeler, omdat onder andere de synovia (gewrichtsvloeistof) beter gaat smeren. Dit wordt ook wel ‘spatwarm’ genoemd. De mate van kreupelheid is zeer wisselend, ook per paard kan het per dag verschillen.

Diagnose

De diagnose is te stellen door de dierenarts. Vaak begint deze eerst met een buigproef. Bij een buigproef worden het kniegewricht, het heupgewricht en het spronggewricht enkele seconden sterk gebogen, waarna direct wordt weg gedraafd als de dierenarts het been loslaat. Als het paard onregelmatig wegloopt en niet snel herstelt, is de buigproef positief en wordt er verder gekeken. Doordat bij de buigproef ook de andere gewrichten belast worden, is het nodig om door middel van een lokaal verdovingsmiddel het aangetast gewricht te lokaliseren. De uiteindelijke diagnose wordt gesteld met behulp van een röntgenfoto. Kraakbeen is hierop niet te zien, maar veranderingen aan het bot wel. Op de röntgenfoto’s is ook de ernst van de spat te zien.



blocks_image

Therapie

De botveranderingen zijn niet meer te herstellen en in die zin is spat niet te genezen. In minder rnstige gevallen is het wel mogelijk het botverval en de onsteking te stoppen waardoor de pijn verdwijnt. In ernstiger gevallen kan er soms ook de botgroei juist gestimuleerd worden zodat het spronggewricht volledig vergroeit(ankylosis). Vaak vermindert dat de kreupelheid en in sommige gevallen verdwijnt dit helemaal. Omdat het bovenste gewrichtje van het spronggewricht voornamelijk voor de beweging zorgt en de onderste minder, kan het paard dan verder goed functioneren. Om dit te bevorderen zijn er een aantal mogelijkheden:
-Spatbeslag
-Fysiotherapie; voornamelijk omdat paarden met een langdurige kreupelheid ook vaak rugklachten tonen.
-Behandeling met corticosteroïden, in het gewricht gespoten
-Behandeling met Tildren, per infuus ingebracht
-Supplementen, door het voer gemengd, voornamelijk op lange(re) termijn
-Chirurgische ingreep