Hoefkatrol Ontsteking
Hoefkatrol
ontsteking is een chronische ontsteking in het
gebied van de hoefkatrol, vaak als gevolg van
slijtage.
De hoefkatrol is het gedeelte binnen de ondervoet
waar de pees van de diepe buiger een bocht maakt
over het straalbeentje om zich daarna vast te
hechten aan het halfmaanvormige oppervlak van het
hoefbeen. Straalbeen, slijmbeurs en diepebuig pees
samen worden de hoefkatrol genoemd(de hoefkatrol is
dus een normaal gedeelte van het inwendige van de
hoef). De ziekte van dit gebied noemt men vaak
hoefkatrol, maar is dus niet juist omdat de indruk
ontstaat dat de hoefkatrol een afwijking is.
De pees glijdt over de achtervlakte van het
straalbeen. Deze achtervlakte is bedekt met een
laagje mooi glad kraak been. Juist dit heen en weer
glijden van de diepe buigpees over de achtervlakte
van het straalbeen heeft geleid tot de naam
hoefkatrol, omdat het lijkt op het heen en weer
glijden van een koord op een katrol.
Tussen het straalbeen en de pees van de diepe
buiger zit een slijmbeurs die het heen en weer
glijden vergemakkelijkt, die de grootste schokken
opvangt en het glijden van de pees over het
straalbeen vergemakkelijkt. Telkens als het paard
tijdens de voortbeweging op een voorbeen landt,
drukt een enorme kracht de kogel van het paard naar
beneden. Deze kracht is zo groot als het gewicht
van het paard maal de snelheid, waarmee het paard
de grond raakt. De buigpezen in de ondervoet moeten
die kracht opvangen om te zorgen dat de kogel van
het paard de grond niet raakt en om het been van
het paard weer van de grond te krijgen en over de
toon te laten rollen. Omdat de diepe buiger met een
bocht over het straalbeen loopt, krijgt het
straalbeen telkens die druk te verwerken. Dit alles
vraagt om slijtage, bij de bouw van de ondervoet is
daar rekening mee gehouden. De ondervoet is goed
doorbloed, zodat er voldoende bouwstoffen worden
aangevoerd om de schade, veroorzaakt door de
slijtage te herstellen. Als echter de
bloedcirculatie in de ondervoet wordt gehinderd,
kan de slijtage aan buigpees, slijmbeurs en
straalbeen in korte tijd zo ernstig worden, dat het
paard ontstekingsreacties gaat vertonen en pijn
krijgt. Blijft de bloedcirculatie langere tijd
gestoord, dan kunnen er veranderingen in de
ondervoet optreden die moeilijk weer te herstellen
zijn en tot langdurige kreupelheid leiden.
Oorzaken
voor hoefkatrol ontsteking kunnen
zijn
-Erfelijkheid
-Alle omstandigheden,die een rol spelen bij de
ontwikkeling van het veulen
-De
voeding
-Het gebruik van het paard
-Onvoldoende hoefmechanischme tijdens de beweging
-Elke dag één uur zwaar werk en de rest van de dag
op stal
-In
het algemeen een doorbloeding stoornis.
-Erfelijke factoren zullen zeker een rol spelen,
maar zijn zeker niet de enigste oorzaak. Er is veel
onderzoek gedaan naar hoefkatrol ontsteking,
hieruit blijkt dat een gestoorde bloed toevoer van
en naar de hoef een belangrijke rol speelt bij het
ontstaan van hoefkatrol ontsteking. De bloedtoevoer
zorgt voor de aanvoer van voedingsstoffen,
bouwstenen en zuurstof en de afvoer van
afvalstoffen.
Symptomen:
-De
kreupelheid begint meestal zeer geleidelijk aan,
onduidelijke en wisselende kreupelheid die door de
tijd geleidelijk erger wordt.
-Kreupelheid wisselt vaak van het linker voorbeen
naar het rechter voorbeen.
-Paarden gaan kortere passen maken,de beweging
daarnaast vaak stijf en stotend wordt, paard
struikelt vaak
-Paard pioniert d.w.z met de toon naar voren wijzen
om de achterste hoefhelft te ontlasten
-De hoefvorm verandert op den duur nogal eens na
een langere tijd een hoefkatrol ontsteking te
hebben.
-Bij
springpaarden zien we vaak een toename van weigeren
op de hindernis
Behandeling
De dierenarts zal het paard een pijnstiller en een
ontstekingsremmer voorschrijven en onbelaste
beweging geven om de bloed circulatie op gang te
houden. Er zijn verschillende manieren waarop een
paard met hoefkatrol ontsteking beslagen kan worden
b.v Eggbar (met zolen en pad), wiggen, balkijzer.
Het is belangrijk om de achterste hoefhelft te
ontlasten met name de diepe buigpees. De
hoefsmid zal proberen de hoeven zo stel mogelijk te
bekappen, rekening houdend met de voetas en een
flinke opzet in het ijzer zodat het paard
gemakkelijk over de toon kan rollen.
Omschrijving
Een hoefzweer is een ontsteking van de
hoeflederhuid. De ontsteking komt het meest voor in
het verzenengedeelte en de zool- en
steunsellederhuid. Een hoefzweer is bij een grondig
en nauwkeurig onderzoek goed te herkennen. Zo’n
onderzoek houdt in:
1. Zorgvuldig aftasten op
warmte en pijn, zwelling en pulsatie (= kloppen)
van de gehele kroonrand, koot en zo nodig hoger
gelegen delen van het been.
2. Visitatie (knijpen
met de tang) van de gehele zool, de steunsels en de
straal.
3. Percussie (kloppen met een hamertje)
van de totale hoornwand en de zool.
Bij twijfel
of vage verschijnselen kan de dierenarts
stapsgewijs gedeelten van de hoef en de ondervoet
verdoven om de plaats van het ongemak te kunnen
bepalen.
Oorzaak
De oorzaak van een hoefzweer is in de meeste
gevallen opkruipend vuil of steentjes, maar het kan
ook door nageltred komen. Een mogelijke andere
oorzaak is de circulatie in het bloed van toxinen
(gifstoffen) zoals bij hoefbevangenheid.
Paardenhouders gebruiken steeds vaker ander
strooisel op stal dan stro. Fijnere strooisels als
zaagsel blijven, wanneer het vochtig wordt, in de
hoeven van het paard plakken. Het wordt dan als het
ware in de zachte poreuze hoorn van de witte lijn
gestampt. Hierdoor raakt de hoeflederhuid ontstoken
en kan het geen uitweg vinden naar onderen. De
ontsteking breidt zich dan uit naar de zachte delen
binnen de hoornschoen.
Een oppervlakkige hoefzweer
kan gemakkelijk een uitweg vinden naar buiten of
naar onderen en veroorzaakt geen of nauwelijks
kreupelheid. Wanneer de ontsteking geen uitweg kan
vinden naar onderen worden hoger gelegen delen van
de hoeflederhuid aangetast en breekt de ontsteking
door aan de kroonrand.
Gevolg
Het
paard wordt geleidelijk aan kreupel en wil het
betreffende been niet of nauwelijks belasten. Een
hoefzweer in het toongedeelte geeft vaak erge
kreupelheid en dan staat het paard vaak op drie
benen. Bij een hoefzweer in het verzenen- of
steunselgedeelte wordt het been op een normale
wijze naar voren gebracht, maar niet teruggezet op
de plaats waar het hoort. Op het laatste moment
wordt de hoef iets teruggebracht neergezet om de
verzenen minder te belasten. Om erachter te komen
of de hoefzweer zich aan de binnen- of buitenzijde
van de hoef bevindt, kun je het paard het beste
links- en rechtsom op een volte laten lopen.
Een
verwaarloosde hoefzweer kan leiden tot ernstige
complicaties. Haal er daarom altijd een dierenarts
bij om te zorgen voor een juiste behandeling.
Behandeling
De behandeling bestaat uit zorgvuldig openleggen en
zo goed mogelijk uitvlakken naar de zool, een
desinfecterend drukverband aanleggen en eventueel
van een tijdelijk beslag voorzien. Als de
ontsteking tot rust is gekomen en de wond droog is,
wordt de uitgesneden holte opgevuld met watten
gedrenkt in betadine of in teer. Hierdoor kunnen
veel paarden snel weer aan het werk worden gezet